Anna van Praag schreef een jeugdroman over een joods kind: Jona. Dat bracht haar tot de vraag: hoe joods ben ik zelf eigenlijk? Niet joods opgevoed, geen joodse moeder. Maar er is wel een voorvader: Marcus, die in de zeventiende eeuw naar Amste
Een familiegeschiedenis over een meisje dat dolgraag joods wilde zijn en een vader die dat juist niet wilde. Met fictieve elementen in de vorm van Marcus, de stamvader van de familie, wiens stem echoot vanuit het verleden.