Week 12. Is de lockdown voorbij? Alles voelt onzeker. Ik wil mijn naam vergeten, en me met mijn ogen wijd open weer terugstorten in het ‘normale’ leven. Waar blijft het startschot?
Week 11. Er mag meer, maar er mag ook genoeg niet. Afstand houden. Kleine groepjes. Ik voel me een hond die terug naar haar mand wordt gedirigeerd. Het maakt me gretig. Frustratie viert hoogtij.
Week 7. Ik sluit vrede met de vierkante meters waarop mijn leven zich afspeelt. Mijn huis. Ik probeer in mogelijkheden te denken in plaats van begrenzingen, en vind daarin iets van rust.
Week 6. De buitenwereld voelt als een onveilige plek. In de lucht hangt de geur van besmetting, en iedereen houdt elkaar nauwlettend in de gaten. Wie hier weg wil wordt gezien.
Week 5. Algehele ontregeling. Boosheid voortvloeiend uit onmacht. Het naleven van alle opgelegde regels maakt me moe, en de behoefte aan fysiek contact overheerst. Ondertussen schijnt de zon zich een ongeluk.
Week 4. Muren. Ze omringen me, houden me vast en komen op me af. Ik wil vrienden met ze zijn, maar de confrontatie met hen, en met mezelf, zorgt met regelmaat voor gekte.
Week 3. Het leven staat op pauze, maar alle natuurlijke processen gaan gewoon door. De zon komt op, de avond valt. In de stadslucht merk ik een gevoel van onrust, wat iedere avond wordt toegedekt door het deken van de nacht.
Week 2. De vaart van de trein die het leven heet is er flink uit. Hoe start je de dag, wanneer deze zich continu afspeelt op dezelfde en welbekende vierkante meters?
Week 1. Het begin van de lockdown. Een voor ons allemaal nog onbekende dreiging hangt in de lucht, en de wereld wordt abrupt in een vertraging geslingerd.